Hoe anders was Nederland vroeger, een tijd om soms even naar terug te verlangen -buiten ww2 natuurlijk. De maatschappelijke kwesties van nu speelden toen niet tot nauwelijks. En wie had er ooit van “internet” gehoord?! Of kunnen bevroeden dat er zoiets dergelijks zou komen? Jemig, wat was alles eenvoudig; op het saaie soms af. Voor de oorlogs Nederland, en de tijd die daarna kwam tot de jaren 70; we nemen even een terugblik in de tijd: naar de Nederlandse maatschappij van vroeger, met foto’s van vroeger!
Nederlandse foto’s van vroeger
Oude foto’s van vroeger leveren een bijzondere terugblik in het beeld van Nederland door de jaren heen. En met het verdwijnen van deze generaties is het zonde om deze oude foto’s van vroeger ook maar weg te kiepen; ze geven een completer beeld van onze geschiedenis; het Nederland van vroeger!
Met eau de Cologne is iets speciaals aan de hand. 4711 en Boldoot zijn al zo oud als de weg naar Kralingen, en hadden vroeger veel meer betekenis dan alleen een geurwater. Het werd voor diverse zaken gebruikt. Eind 1700 (in 1794) is eau de Cologne ontwikkeld in Keulen door de familie Mühlens, die hun huisnummer “4711” (toebedeeld door de Franse bezetter) gebruikte als merknaam.
4711 eau de Cologne is vluchtig van geur
Eau de Cologne, ofwel Keuls water / water uit Keulen of in het Duits Kölnisch Wasser, is een geurwater. Het is dus geen eau de toilette of parfum. Iets wat een wereld van verschil maakt, want een geurwater is véél lichter en vluchtiger van geur. Van indringende parfums kun je hoofdpijn krijgen, terwijl 4711 eau de Cologne nu juist bekend staat als middel tegen hoofdpijn.
4711 eau de Cologne hoofdpijn middel: Ice Depper
Hét 4711 eau de Cologne hoofdpijn middel is de “Ice Depper” van 4711. Dit middel bevat menthol en verkoelt, verlicht en verkwikt (zonder brandend te zijn). De “Ice Depper” heeft een gaasje om de opening, via dit systeem kun je de 4711 eau de Cologne deppen. Heerlijk en verlichtend op je slaap, nek en voorhoofd bij hoofdpijn. Dit is hét 4711 eau de Cologne hoofdpijn middel.
Juist bij hoofdpijn zijn geuren als eau de toilet en parfum soms niet te verdragen; het verergerd de hoofdpijn. 4711 eau de Cologne werkt dan juist wel verfrissend – van oudsher.
Waar wordt eau de Cologne voor gebruikt?
Eau de Cologne is een geurwater wat in diverse culturen geliefd is en gebruikt wordt. In warmere landen, zoals in Turkije, gaat de fles eau de Cologne van hand tot hand en krijg je een tissue aangereikt tijdens bijvoorbeeld een langere busrit, om je gezicht te besprenkelen en op te frissen met eau de Cologne. Maar ook in vliegtuigen krijg je eau de cologne tissues (voorverpakte verfrissingsdoekjes) aangereikt om je handen en gezicht op te frissen.
Eau de Cologne wordt gebruikt voor:
Het opfrissen en reinigen van handen en gezicht
Vuil en zweet van je voorhoofd te verwijderen
Om lekker te ruiken, zonder een overdadige geur om je heen
Het werd voor- en tijdens de heerschappij van Napoleon zelfs gedronken; men zag het als een wondermiddel tegen van alles en nog wat; bij verkoudheden, ontstekingen e.d.
In die tijd, rond 1800, was eau de Cologne geen geurwater, maar een middel wat je innam. Pas toen Napoleon de receptuur wilde afdwingen, werd eau de Cologne omgedoopt tot geurwater – zodat Napoleon er geen grip op kon krijgen.
Drinken van eau de Cologne is iets wat we je zeer afraden, het bevat maar liefst 85% alcohol.
Waar is Boldoot nog te koop? Helaas moeten we je teleurstellen, want het Nederlandse Boldoot bestaat niet langer en is dus nergens meer te koop. Maar niet getreurd, want 4711 eau de Cologne is wel gewoon overal bij de drogist te koop; een gelijkwaardig merk met een nog langere geschiedenis dan Boldoot. Je kunt 4711 eau de Cologne in flesjes kopen, maar ook in voorverpakte tissues of in spray flesjes.
Oké, we speelden met barbie’s, bromtollen, de poppenwagen, punniken, rolschaatsen, op de skippybal, knikkeren, springtouwen, make-up poppen, maar wat lazen wij meiden in de jaren 80? Zoals alle kinderen las je natuurlijk Suske & Wiske’s: logisch, maar er waren ook echte meidentijdschriften, die nu nog steeds bestaan. Zoals de razendpopulaire Tina. Tina en Debbie boeken (en Penny, hét ponny/paarden blad!), dat wilde je lezen!
Meisjesbladen jaren 80, dit lazen we!
Kon jij ook niet wachten tot het weer vrijdagmiddag was en de Tina op de deurmat plofte?! Iedere week keek je uit naar de nieuwe ‘cliffhangers’ van de vele verhalen die door elkaar heen liepen. Peggy, Noortje, Maartje, Douwe Dabbert; je kent ze vast nog wel, maar ook kostschooldrama’s en balletverhalen; géweldig!
Soms kom je ineens zomaar wat oud speelgoed van jezelf tegen van lang, lang geleden. In mijn geval van de vroege, tot mid-jaren 70. En wie herkent het niet!
Speelgoed uit de jaren 70
De film ‘Barbie’ mag dan een flinterdun verhaal kennen, maar ohw, wat geweldig, die hele barbie sfeer! Toppunt van herkenning: de Barbie meubels, het Barbie bed, de Barbie kleding, en natuurlijk het verknipte Barbie haar (en make-up)! En precies zoals het was: met een Barbie pop speel je geen ‘moedertje’, ze is er om mooi gemaakt te worden, gave kleding aan te trekken, net als de mega populaire Fleur destijds. Ja, je hart gaat er sneller weer even van kloppen: wat een herinneringen. En we lazen massaal de Tina natuurlijk!
Het 5 gulden bankbiljet, een vijfje, is natuurlijk zéér herkenbaar en iconisch. Het 5 gulden biljet op deze foto is afkomstig uit 1973 en had de beeltenis van dichter Joost van den Vondel op de voorzijde.
Wanneer kwam de 5 gulden munt?
5 Gulden munt vanaf wanneer kwam ‘ie in de jaren 80? Vanaf 1987, werd het 5 gulden biljet lieverlee vervangen door de 5 guldenmunt. Dat was even wennen, maar ook wel handig in de praktijk. De 5 guldenmunt was een lekkere stevige, compacte, koperkleurige munt. De 5 guldenmunt op de afbeelding is één van de laatst geslagen gulden munten, want hij is afkomstig uit het jaar 2000, dus 2 jaar voor de invoering van de euro. Dit is dus bij mijn weten de laatst nieuwe druk van de 5 guldenmunt.
Weetje nog, de bijnamen die onze guldens kregen? Nee? Nou, dan nemen we ze nog even met je door! Want hoe noemden we ook alweer het munt- en papiergeld in de guldentijd?
Bijnamen van guldens: hoe noemden we ….
1 centbijnaam: hij raakte echt uit de gratie in de jaren 70, er is geen bijnaam voor
5 centbijnaam: dit was natuurlijk de befaamde stuiver
10 cent bijnaam: tja, dat heette natuurlijk een dubbeltje, of een duppie
25 cent bijnaam: een kwartje
1 gulden bijnaam: een piek (ik heb ‘geen piek opzak’ – ik heb geen geld opzak)
25 gulden bijnaam: was een ‘geeltje‘ (naar het oorspronkelijke gele biljet uit 1861)
50 gulden bijnaam: (dit biljet was daadwerkelijk geel!) had geen bijnaam
100 gulden bijnaam: een meier en later ook nog ‘een snip‘ (naar de watervogel die erop stond).
250 gulden bijnaam: een vuurtoren (naar de afbeelding)
1000 gulden bijnaam: een rug; afkomstig van ‘een rooie rug‘ / ‘een rode rug‘ (naar de rode achterzijde van het oorspronkelijke biljet)
Hoeveel is een ton in geld?
Een ton in geld staat voor 100.000 (euro of gulden).
Wat betekent gulden?
Gulden betekenis: Gulden betekent ‘gouden’. De eerste gouden/gulden dateert uit 1252 en werd Florijn genoemd, naar de lelie in het stadswapen van Florence (Italië), waar de munt werd geslagen. Het duurde nog ruim een eeuw voordat de Florijn echt in omloop kwam.
Hfl. betekenis: Hollandse Florijn. Iedereen uit het guldentijdperk weet dat prijzen meestal in Fl. of Hfl. werden aangeduid. Dit staat natuurlijk voor de Florijn.
Fl betekent: Florijn
NLG betekent: Nederlandse gulden
Gezegden over geld
Het muntgeld van guldens, ook wel aangeduid als Hfl. (Hollandse Florijn) kende diverse gezegden en uitdrukkingen, die we vandaag de dag nog steeds gebruiken:
Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Niet zo’n leuke uitdrukking, want het betekent dat je nooit jouw afkomst zal ontstijgen. Je blijft ‘een dubbeltje’ en wordt niets hogers waard dan dat.
Voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Dit betekent dat je voor slechts een dubbeltje, wat weinig waarde kent, het beste wilt krijgen. Bijvoorbeeld de eerste rang (ring) in een theater. Je bent dus inhalig, krenterig.
Iets kost een ‘grijpstuiver’. Iets is spotgoedkoop, kost bijna niets.
Geen cent te makken. Je bezit werkelijk niets, je hebt geen cent te makken
Elk dubbeltje op zijn kant draaien. Noodgedwongen leef je erg zuinig en geef je niet zomaar zelfs kleingeld uit; alle uitgaven overdenk je eerst.
De eerste klap is een daalder waard. Een daalder was ca. 1,5 gulden. De eerste poging is het belangrijkste; dus zorg dat je als eerste (toe)slaat.
Geen stuiver waard. Iets is waardeloos, het is niet eens een stuiver waard!
Geen cent voor geven. Iets is volstrekt waardeloos, zelfs een cent zou nog te duur zijn.
Voor geen cent te vertrouwen. Iemand of iets is volstrekt onbetrouwbaar.
Laat ik m’n tienerzoon m’n oude bankbiljetten en rijksdaalders, guldens, kwartjes, stuivers, dubbeltjes (duppies) en centen zien, dan krijg ik een vriendelijke doch afkeurende reactie. Hij vindt er écht helemaal niets aan en de bankbiljetten zijn lelijk! Die kleuren! Die plaatjes op de biljetten! Hij vindt het maar niets. Een typische Euro-generatie reactie. Heel begrijpelijk allemaal, maar ikzelf krijg er warme, nostalgische gevoelens van, met mijn jeugd in de jaren 70/80.
Hoe noemde je 25 gulden? Enkele weetjes op een rij!
Het 25 gulden biljet op deze afbeelding dateert origineel uit 1971.
In 1861 kwam het eerste 25 gulden biljet uit
Met de komst van het gele 25 guldenbiljet in 1861, kreeg het de bijnaam ‘geeltje‘
Tot het verdwijnen -met droefenis- van de gulden in 2002, heette 25 gulden een geeltje – een benaming die vooral onder marktkooplui, en volkse personen werd gebruikt
Maar of je de naam ‘geeltje’ nu gebruikte of niet: iedereen wíst dat er 25 gulden mee werd bedoeld.
Wat we niet wisten was dat de bijnaam al uit de 19e eeuw afkomstig was!
Koper. We gebruiken het vaker dan we denken, zo waren onze stuivers natuurlijk van koper (en wat stonken je vingers daarvan). Daarnaast wordt koper in vele bedradingen en elektronica gebruikt. Maar vroeger? Vroeger waren het andere tijden, en werd koper gebruikt voor vele huishoudelijke toepassingen! En wel heel veelzijdig; koper hoorde er écht bij in het ouderwetse huishouden.
Koper in het vroegere, dagelijks leven
Gaan we eeuwen terug in Europa, dan zien we een groot gebruik van koper in huisraad. Zelfs ik kan het me nog herinneren dat sierlijke plantenbakken, met ornamenten van koper gemaakt in de vensterbanken stonden. In de jaren 70 gold het al als ouderwets, maar lang daarvoor absoluut niet.
Het Belgische Dinant vroeger als “koper hoofdstad” van Europa!
De koper hoofdstad van de lage landen was het Belgische Dinant! Wie er wel eens geweest is weet wat een fabuleus gelegen plek dit is aan de oevers van de maasvallei, met de rotswand op de achtergrond. Het bijzondere is dat het Belgische Dinant beroemd was binnen heel Europa om de overweldigende productie van koperen huishoudelijke potten en pannen. Dinant stond echt bekend om de rijke koperambachten en was een belangrijk centrum het vervaardigen van koperen gebruiksvoorwerpen, zoals keukengerei, potten en pannen, maar ook sierlijke, decoratieve items voor thuis. De stad had een lange traditie van koperbewerking en stond wereldwijd bekend om de hoge kwaliteit van zijn koperen producten. Ook emaille producten waren in zwang en werden veelvuldig geproduceerd.
Naast potten en pannen, ketels en bloempotten, werd koper gebruikt voor sierlijke handgrepen van kastjes, maar bestonden ouderwetse telefoontoestellen voor een deel uit koper. Dus grepen, onderdelen (pendules) van klokken en wat al niet meer bestond uit koper!
Dit is een grappig feit, maar de ontwikkeling van spruiten (Brusselse spruiten) ligt bij onze zuiderburen: wie had dát nu kunnen vermoeden! Aan de Belgen hebben we dus deze vrij impopulaire groente te danken. Maar impopulair? Dat is écht zonde. Want spruiten zijn op vele manieren te bereiden en zijn niet alleen uitermate smakelijk, maar daarbij ook nog eens heel gezond!
Wat zijn Brusselse spruitjes eigenlijk?
Het is een mooi verhaal, hoe de Brusselse spruiten zijn ontstaan. In vroegere tijden had vrijwel iedere stad een stadsmuur. Denk maar eens aan historische series: altijd is de stadsmuur van groot belang. Maar buiten die stadsmuren bevonden zich akkerbouwlanden, waar boeren aan het zwoegen waren om de stadsbevolking van voedsel te voorzien.
Brussel in de middeleeuwen
Brussel is gelegen in een heuvelrijk gebied. In het gebied wat Hoog Brussel heette (want hoog gelegen) werden de eerste ‘sprotjes’ (ouderwetse benaming van de spruit) ontwikkeld. De boeren zagen zich namelijk vanaf de 14e eeuw genoodzaakt veel meer voedsel te produceren voor de alsmaar toenemende bevolking van Brussel. Zo ontwikkelden zij de omhoog groeiende spruitenplant, zoals wij die vandaag de dag kennen, waarvan de stam vol met spruiten zit. Spruiten groeien in de winter op het land en zijn hierdoor echte wintergroenten. Spruiten werden een belangrijke voedselbron voor de Brusselse bevolking, als miniatuur koolsoort. Ze zitten boordevol vitaminen en mineralen en bevatten erg veel vitamine C. Spruiten werden ook dankzij de Brusselnaren erg populair in andere Europese landen.
Het verdwijnen van de Brusselse spruitenvelden
De Brusselse spruiten zijn uitermate lang een populaire groentesoort gebleven, totdat Brussel zich steeds meer ging uitbreiden door de eeuwen heen. Natuurlijk verdwenen op een gegeven moment de stadsmuren, waardoor de stad uiteindelijk steeds meer omringende spruitenvelden verslond. Totdat er uiteindelijk rond het begin van 1900 de laatste spruitenvelden verdwenen.
Na de 2e wereldoorlog maakten spruiten lieverlee hun rentree, de groente werd weer gewaardeerd -want door de oorlogsjaren kon men de spruiten niet meer velen. Spruiten raakten weer in zwang en groeide uit tot de populaire groente die zij in landen als Nederland, België en Duitsland zijn.
Bereidingstips
Hoe langer je spruitjes kookt, des te slapper en papperiger zij worden, én er gaan veel vitaminen en mineralen verloren.
Kook spruiten net iets gaarder dan beetgaar. Bij beetgaar zijn zij nog net iets te bitter.
Strooi lekker wat nootmuskaat en een klontje roomboter over de spruiten.
Spruiten zijn het lekkerste hartje winter, het liefst als de vorst er overheen is gegaan.
Je kunt spruiten lekker roerbakken, heerlijk met kerrie poeder en andere oriëntaalse kruiden! Maak er dan een roerbakgerecht van met aardappeltjes.
Spruiten lenen zich ook bij uitstek als groente bij traditionele vleesgerechten als ‘stoofvlees‘.
De betekenis van ‘de hond in de pot vinden’, wat een oud spreekwoord is, staat voor net te laat gekomen zijn om mee te eten: al het eten is op. Je vindt daardoor de hond (met zijn kop/ snuit) in de pot, ofwel in de lege pannen die hij aan het uitlikken is. Je vist dus naast het net om nog mee te kunnen eten.
Manieren om dit spreekwoord te gebruiken
Het spreekwoord is nog altijd actueel en kan ook wel eens ‘dreigend’ gebruikt worden: ‘kom je nu snel eten, want anders vind je de hond in de pot’. Met andere woorden, als je nu niet snel komt eten, dan is het op.
Maar ook het enigszins verwijtende: ‘ja, nu vind je de hond in de pot, je bent een half uur te laat gekomen’.
Je kunt het ook constaterend gebruiken: ‘ik heb de hond in de pot gevonden’, als het eten allemaal op was, bijvoorbeeld op een feestje waar de overige feestgangers je voor waren geweest.
Het spreekwoord mag dan figuurlijk zijn; in vroegere tijden, namelijk in de middeleeuwen, kon men echt de hond in de pot aantreffen.